Aan het werk met Werkman

Mijn bijdrage aan een boek ter ere van Hendrik Werkman (1882-1945). Het boek is een initiatief van het Grafisch Centrum Groningen en zal komend voorjaar in een beperkte oplage verschijnen als onderdeel van de herdenking van Werkmans dood in april 1945 (hij werd op het laatst van de tweede wereldoorlog geëxecuteerd door de SD). De bijdrage diende te bestaan uit een dubbelgevouwen blad waarvan de eerste drie pagina’s bedrukt moesten zijn.

werkman

 

De bijdragen aan het boek dienden in elk geval teksten van Werkman zelf weer te geven. Het lezen van zijn teksten (vnl. brieven) heeft me veel gebracht: inzicht in W.’s opvattingen over zijn eigen ontwikkeling als kunstenaar, in zijn aard en karakter, in zijn levensomstandigheden. Daarnaast was het een puur leesgenoegen: W. kon zijn gedachten zorgvuldig en mooi onder woorden brengen.
Na het faillissement van zijn handelsdrukkerij was Werkman rond 1923 met eigen “druksels” begonnen. In de daaropvolgende jaren tot 1945 maakte hij in zijn Groningse werkplaats veel schitterend en uniek werk, niet alleen grafiek maar ook schilderijen. Toch had hij er al die jaren eigenlijk moeite mee zich kunstenaar te noemen.

De tekstfragmenten die ik ervoor heb gebruikt komen uit de Privé-domeinuitgave van Werkmans brieven uit de periode 1940-’45.

Hieronder citeer ik de laatste regels van Willem Sandbergs “In memoriam Werkman”, juli 1945, in het blad De Vrije Kunstenaar. Zoals Sandberg hem hier omschrijft, heb ik Werkman ook uit zijn brieven leren kennen.

Deze felle kunstenaar was een eenvoudig en beminnelijk man; kwam het gesprek op zijn werk of op andere onderwerpen, die hem na aan het hart lagen, dan voelde men plotsling al de warmte van zijn persoonlijkheid: een sterk kunstenaar en een goed en groot mens. De bezetter ontnam ons de man — het werk blijft.

Delen: